Super Mario Bros. 3 retrospective

Super Mario Bros. 3 retrospective

De scherpe schaar maakt korte metten met het kleurrijke lint waarmee mijn cadeau is versierd. Een grote lichtgrijze kubus staart mij op het einde van de scheurtocht aan. Wist ik veel dat die bewuste kerstavond de komende twintig jaar van mijn leven grotendeels zouden gaan inkleuren.

 

Stomverbaasd staar ik naar de rode letters boven het vreemde object. Nintendo. Nooit van gehoord. Wat moet ik hier eigenlijk mee? Nog voor ik de vraag luidop kan stellen, is mijn vader al druk in de weer om de console aan de tv te hangen. Voor wie is dat cadeautje hier eigenlijk? Hij zwaait uitbundig met twee rechthoekige doosjes. In de rechterhand de digitale flipperkast High Speed, in de linker een ondertussen iconisch geworden knalgele doos met blauwe opdruk: Super Mario Bros. 3

 

De hele avond lang bladerde ik door de fantastische handleiding. Ook al was de kunst van het lezen mij nog niet bekend, ik was enorm onder de indruk van de kleurrijke plaatjes en kon nauwelijks wachten om te zien wat dat op de tv zou geven. Onder druk van mijn moeder vond die eerste kennismaking pas de volgende ochtend plaats. Het zou enkele maanden later, toen ook mama zelf aan het spel verslingerd was en we hele woensdagnamiddagen achter de tv doorbrachten, niet waar geweest zijn! De universele aantrekkingskracht van Mario’s geschifte wereld is één van de zaken die mij tot op vandaag verwonderen. Het moet het enige spel zijn waarbij mijn ouders zich beiden in de strijd wierpen om het spel op de knieën te krijgen. Ik herinner me nog dat mijn mama ‘s avonds enthousiast mijn kamer kwam binnengestormd en uitriep dat ze samen met mijn vader voor het eerst in World 6, de ijswereld, waren geraakt. De game had een co-op mode waarin je elk om beurt een level mocht afwerken. Mislukte dat, dan mocht de volgende het proberen. Op het einde van een level kon je een kaart van een ster, bloem of paddenstoel verdienen. Drie dezelfde symbolen gaven je extra levens. In een aparte mode à la Mario Bros. kon je die kaartjes van je compagnon aftroggelen en zelf de 1-ups op zak steken. Gemeen, maar het waren dan ook harde tijden. De Koopalings hadden alle koningen ter wereld immers omgetoverd in dieren, en dat konden Mario en Luigi natuurlijk niet zomaar laten gebeuren. Op het einde van een wereld moest je een Koopaling op zijn luchtschip verslaan vooraleer je naar de volgende wereld mocht. Daarna kreeg je ook een brief van prinses Peach (toen nog Toadstool geheten), die subtiele hints bevatte over krachtige power-ups op supergeheime locaties.

 

Die twee elementen zorgden ervoor dat ik deze titel misschien wel honderd keer heb herspeeld. Er is geen spel dat ik zo goed uit het hoofd ken als dit. Niet echt evident, want op de NES kon je het spel niet opslaan, waardoor je jezelf telkens opnieuw door de eerste levels moest ploegen. Het is tekenend voor de kwaliteit van de game dat iedereen dat telkens met de glimlach op het gezicht deed. Je wilde gewoon verder geraken. Algauw werd het een gewoonte om de console ‘s nachts aan te laten staan zodat we in de vakantie over een periode van drie dagen eindelijk tot in de laatste wereld sukkelden. En genadeloos werden afgeslacht, want de thuiswereld van Bowser was allesbehalve een lachertje. Je kon er iedere power-up, van het vaak verguisde kikkerkostuum (dat vooral zijn nut kende in waterlevels) tot het zeldzame hamerkostuum (je hamers maakten zelfs van onverslaanbare tegenstanders zoals Boos en Thwomps gehakt), gebruiken om de bijna sadistische levels te overleven. Zelfs een kostbare P-Wing, waarmee je ongelimiteerd kon blijven vliegen en zo in de meeste gevallen makkelijk aan het einde van een level geraakte, volstond niet altijd om het level heelhuids te beëindigen. Een even zeldzaam wolkje opofferen om een level op de map over te slaan was vaak de beste oplossing. De voldoening wanneer je Bowser definitief uitschakelt, is dan ook even genoegzaam als de wetenschap dat je, eens de resetknop ingedrukt, bij een volgende speelsessie weer even veel plezier zal beleven.

 

Een laatste element waar ik het in mijn nostalgietrip naar wat voor mij één van de beste games aller tijden is over wil hebben, is het wonderbaarlijke gevoel van ontdekking. Talrijke keren hielden we onze adem in: wanneer we doorhadden dat je de hamer in World 3 kon gebruiken om een rots weg te kappen die toegang verschafte tot drie eilandjes vol minigames en paddestoelhuisjes. Of wanneer de tonen van de Magic Whistle de eerste keer onze trommelvliezen deden trillen. Of wanneer we in World 5-3 Kuribo’s Shoe konden gebruiken om alle vijanden letterlijk plat te walsen. Het voelde aan als een langdurige reis door wonderland, waar je van de ene verrassing in de andere tuimelde. Ik kan mijn papa niet dankbaar genoeg zijn om op die bewuste kerstavond met zo’n fantastisch cadeau thuis te komen. Zonder de magische invloed van Super Mario Bros. 3 was ik misschien niet geworden wie ik vandaag ben en deed ik misschien niet wat ik vandaag doe. Iets waar ik elke dag spijt van zou hebben. Merci, pa!



Vorige
Review - Saints Row The Third
Volgende
Call of Cutie: hoe Skylanders het gat in de markt vond