Review - Assassin's Creed Syndicate

Review - Assassin's Creed Syndicate

Wie de les geschiedenis niet vulde met het vouwen van papieren vliegertjes denkt bij de Industriële Revolutie in één zucht aan de uitvinding van de stoommachine en de opkomst van de fabrieken. Minderwaardige individuen uit de samenleving werden door keurige heren met een hoge hoed en monocle in mensonterende omstandigheden voor een appel en een ei aan het werk gezet. Onder het mom van maatschappelijke vooruitgang leunde de industrialisering languit achterover op een ligbed van sociaal onrecht. Onrechtvaardigheid die in Assassin’s Creed onlosmakelijk verbonden is met de aanwezigheid van de Templars. En waar er Templars zijn, daar steekt al eens een nijdige Assassin de kop op. Of twee.

De sluipmoordenaars die ingeprikt hebben voor Assassin’s Creed Syndicate, de meest recente aflevering in de populaire franchise die plaats grijpt in het Londen van 1868, zijn Evie en Jacob Frye. Broer- en zuslief hebben gezworen om hun stad te bevrijden uit de verstikkende klauwen van oppertempelier Crawford Starrick. Dit mispunt zwaait de plak over elk onderdeel van de welvarende metropool en drukt elke vorm van opstand vroegtijdig de kop in met behulp van zijn meedogenloze straatbende The Blighters. Het moge duidelijk zijn dat het om zeep helpen van deze Britse Mussolini avant la lettre iets meer om het lijf zal hebben dan via het dakvenster binnenwippen om zijn aorta open te ritsen met je verborgen polsmes. Neen, Starrick laten kronkelen is onmogelijk zonder dat eerst de stad aan je voeten ligt.

Daarmee is meteen ook het verhaal uit de doeken gedaan, want veel meer komt er niet bij kijken. De magere plot is veel te dun gesponnen om de hele rit te blijven boeien. Tijdens de openingsmissies schiet Syndicate nochtans als een vuurpijl uit de startblokken, maar eenmaal de stadswallen geïnfiltreerd, zakt het tempo van explosieve punkrock naar een gezapige Engelse wals, die je langzaam maar zeker in slaap wiegt.

Niet dat er geen verwoede pogingen worden om de revolutie boeiend te houden. Zo zit Evie het hele spel een Piece of Eden op de hielen, probeert men aan te knopen met de fluffy raamvertelling van een bende hedendaagse Assassins en hun strijd met de megacorporatie Abstergo, en staat er zelfs een wormgatreisje op het programma. Leuke toemaatjes, maar lang niet wereldschokkend genoeg om voldoende af te leiden van de tot in het oneindige uitgerokken tweestrijd tussen het Frye-geslacht en de clan van Starrick.

De voornaamste reden waarom de narratieve mayonaise niet pakt, is het gebrek aan bindmiddel. De verschillende sequenties, waarbij Jacob de steunpilaren van Starricks imperium een voor een onderuit mokert, hangen als los zand aan elkaar en introduceren elk afzonderlijk een eigen microverhaal. Hierdoor krijgt de plot geen ademruimte en worden personages afgemaakt voor ze de kans krijgen echt boeiend te worden. Op het einde van elke sequentie krijg je in pure Hitman-stijl verschillende mogelijkheden voorgeschoteld om de inner circle van Starrick op inventieve wijze uit te vlakken. Deze assassination missies behoren ongetwijfeld tot het beste wat Syndicate te bieden heeft. Alleen jammer dat je jezelf elke sequentie opnieuw eerst door een boel inspiratieloze open wereld clichés moet worstelen.

Laat het verhaal je echter kouder dan een sneeuwman met een kapotte verwarmingsketel, dan kan je aan deze Syndicate best wat plezier beleven. Ubisoft Quebec kwijt zich met bravado van zijn nieuwbakken rol als machinist van de serie en laat de mogelijkheid niet onbenut om enkele broodnodige nieuwigheden in de gameplay te introduceren. En oké, ook al putten ze soms erg opvallend uit het grote Bruce Wayne handboek, het resultaat mag er zijn.

Eerst en vooral rijg je dankzij het nieuwe vechtsysteem de meest brute combo’s aan elkaar. Naast aanvallen pareren en rake muilperen afwisselen met een welgemikt werpmesje, kan je meerdere tegenstanders die op het randje van de dood balanceren op erg stijlvolle manier finaal om het hoekje helpen. Zo’n multikill gaat gepaard met enkele woeste animaties en het geeft een stevige kick om een gevecht met zoveel bloederige flair te beëindigen. Even vloeiend of complex als in Batman: Arkham Knight wordt het nooit, maar toch werd knokken in Assassin’s Creed zelden beter uitgewerkt.

Stealth moet het niet zozeer van de grote nieuwigheden hebben, maar blinkt toch uit door een fijne compilatie van de beste elementen uit vorige games. Eagle vision is nuttiger dan ooit en in de sluipmode wordt geluid visueel weergegeven, zodat je steeds weet waar de vijand zich bevindt. Jacob en Evie hebben tevens de door Arno vergeten gave van het fluiten herontdekt. Ideaal om een nietsvermoedende Blighter bij zijn maatjes weg te lokken en ongezien met je dolk de binnenkant van zijn dunne darm te verkennen. Lijken kunnen verstopt worden, maar het is nog fijner om ze als lokaas voor het volgende onfortuinlijke slachtoffer te gebruiken. Een hoopje tegenstanders tot moes slaan zonder eenmaal geraakt te worden voelt goed, maar ongezien een heel bastion Blighters uitmoorden heeft zo ook zijn charmes.

Soms kan het ook nuttig zijn om een doelwit (eventjes) in leven te laten. Door tegenstanders te kidnappen kan je namelijk ongezien een vijandig bolwerk infiltreren. Dat je zo als opzichtig individu gehuld in een kapmantel vrij door het hoofdkantoor van Scotland Yard kan paraderen, vereist wel een flinke snuif suspension of disbelief. Maar sinds we ooit al biddend op een paard langs een meute zwaarbewapende ridders recht het hol van Richard Leeuwenhart binnen dartelden, zijn we wel iets gewend. Je moet trouwens wel opletten dat je niet te dicht bij andere vijanden komt. Eens je hun grens van bijziendheid overschrijdt, zullen ze immers  merken dat er iets niet pluis is en gaan de poppen alsnog aan het dansen..

Een snelle exit is zo’n geval geen overbodige luxe en dankzij de nieuwe grijphaak ben je in een mum van tijd ribbedebie. Volgens de fictie van Syndicate werd het ding uitgevonden door Alexander Graham Bell, maar wij vermoeden dat ie eigenlijk gewoon besteld is op de webshop van Wayne Industries. Hoe het ook zij: het nieuwe speeltje is erg nuttig. Moest je vorig jaar nog de bouwplannen van de Notre Dame bestuderen om de top te bereiken, zoef je nu probleemloos richting de koepel van Saint Paul’s Cathedral. Je huppelt zo vlot over de daken en schoorstenen alsof je de bastaard bent van Sinterklaas en Mary Poppins. En waarom zou je in godsnaam een nat pak riskeren als je de Thames ook kan oversteken door van mast naar mast te slingeren?

Je hoort het al: zelfs naar de normen van een Assassin’s Creed zullen je voetzolen opvallend weinig de grond raken. Gehurkt op een toren, luisterend naar het fenomenale minimalisme van componist Austin Wintory, krijg je een magnifiek zicht over de prachtige open wereld die de ontwikkelaar in elkaar heeft gebokst. Het Victoriaanse Londen moet wel nog de duimen leggen voor de architecten van het Rome uit Brotherhood, maar los daarvan oogt deze speeltuin geweldig. De verschillende districten hebben elk een eigen uiterlijk en ondanks dat het aantal NPC’s fors naar beneden werd geschroefd in functie van een betere performance, voelt de stad toch erg levendig. Stoomtreinen tuffen op hun gemakje van de ene wijk naar de andere, terwijl koetsen non-stop over de kasseien kletteren. Die laatste kan je trouwens zelf besturen, waardoor Syndicate soms speelt als een soort Victoriaanse GTA.

Dat is een mooi compliment en tegelijk ook weer niet. Net als Rockstars paradepaardje kampt ook Syndicate met het probleem van voorhistorisch missiedesign. De tijd dat we het leuk – laat staan spannend – vonden om tegen de klok op bepaalde plaatsen een voorwerp op te halen en dat terug te brengen, ligt al even achter ons. Dat je opdrachtgever in plaats van een verlepte maffiabaas een vinnige verpleegster is die naar de naam Florence Nightingale luistert, is slechts een doekje voor het bloeden.

Wat er erger is dan hopeloos verouderde missies? Hopeloos verouderde missies die je tot in den treure toe moet herhalen, tiens!. Naar goede Ubisoft-gewoonte is ook Londen doorspekt met allerhande side quests, en naar nog betere Ubisoft-gewoonte komen die op je kaart terecht door vanop een uitkijkpunt in het rond te turen. Om terrein op de Blighters terug te winnen, kan je naast het volgen van de verhaalmissies ook proberen om de bezette wijken van hun invloed te verlossen. Dit kan je doen door bepaalde Templars om te leggen of te kidnappen, een hoofdkwartier van Blighters te zuiveren of kinderen te bevrijden uit de fabrieken. Schop voldoende amok en je zal de aandacht van de plaatselijke bendeleider trekken. Maak hem een kopje kleiner en The Rooks, de bende geleid door Jacob en Evie, zullen het gebied overnemen. Verwerf de controle over drie wijken en je krijgt zelfs de kans om direct naar de voorlaatste sequentie van de game te springen. Meteen ook een uitleg, maar uiteraard geen excuus, voor het gefragmenteerde en daardoor compleet vergeetbare verhaal

Het op papier intrigerende systeem wordt compleet gefnuikt door het gebrek aan variatie. Elke fabriek ziet er hetzelfde uit. In elk hoofdkwartier van de Blighters ligt wel een vermaledijd plan om op te fikken. Ook al kan je een Templar geruisloos kidnappen, toch zal je tijdens de ontsnapping achtervolgd worden door zijn handlangers. Elk district bestaat uit minimum tien (!!) van deze opdrachten, waardoor je al bijna een ijzeren wil nodig hebt om ze uit verveling niet gewoon links te laten liggen. Andere missies, zoals de LA Noire light-achtige moordmysteries, zorgen weliswaar voor wat afwisseling, maar staan thematisch als een tang op een varken. Batman die gegijzelde brandweerlui te hulp schiet of Trevor die een bank overvalt. Dat klopt. Gezochte revolutionairen die even de Sherlock Holmes uit gaan hangen? Not so much.

Het is de ultieme tragedie van Assassin’s Creed Syndicate: zoveel leuke vecht- en sluipvaardigheden, zo’n mooi toneel waartegen alles zich afspeelt, maar zo weinig écht interessante dingen om te doen. Nog geen baziljoen verzamelobjecten kunnen de creatieve bloedarmoede waarmee de reeks momenteel kampt verdoezelen. Ten tijde van Brotherhood waren we nog stevig onder de indruk dat Ubisoft de kwaliteit jaar na jaar wist te handhaven, maar vijf jaar later lijkt de formule toch aan een stevige onderhoudsbeurt toe. Beweren dat dit fraaie staaltje bandwerk helemaal op automatische piloot in elkaar werd getimmerd, is iets te kort door de bocht. Maar de liefde voor de pure ambacht is toch ver te zoeken.

Assassin's Creed: Syndicate speelt dankzij het prima vecht- en spannende sluipsysteem vooral tijdens de eerste uren lekker weg. Jammer genoeg blijft dat goede gevoel door het gebrek aan gevarieerde missies en het compleet vergeetbare verhaal niet het hele spel hangen. Zonder twijfel beter dan voorganger Unity, maar er begint nu wel serieus sleet op de formule te zitten.



Vorige
Review - Teslagrad
Volgende
Review - The Witness