Eerste hulp bij gebroken games

Van bugs die een spelervaring compleet om zeep helpen tot features die pas enkele maanden na release door een patch tot leven worden gewekt: games komen soms in erbarmelijke staat op de markt en er lijkt niet onmiddellijk beterschap op komst.

 

Je nestelt je na een lange werkdag met een goed boek op de bank. Niets zo ontspannend als jezelf verliezen in een of ander literair meesterwerk. Na enkele minuten lezen, merk je echter dat er enkele bladzijden ontbreken. Geen probleem, terug naar de winkel ermee en omruilen voor een niet beschadigd exemplaar. Simpel. Hetzelfde scenario doet zich voor indien dat boek een cd of dvd is. Je maakt de verkoper duidelijk dat hij je volgens de wettelijke garantie een nieuw exemplaar of andere compensatie verschuldigd is. Een fluitje van een cent. Bij software – en in het verlengde daarvan games – gaat het jammer genoeg niet zo eenvoudig. Een kritieke fout in de code waardoor je een spel niet eens kan voltooien? Pech gehad. Je kan het van de daken schreeuwen dat dit het laatste spel is dat je van deze uitgever hebt gekocht en je hartje luchten op enkele discussiefora, maar dan zijn je opties ongeveer opgebruikt. Hoe het dan zit met die garantie waarvan enkele zinnen geleden nog sprake was? OPM hulde zich in een waterdichte toga en verkende de troebele wateren van de wettelijke kwaliteitsgarantie.

Wettelijk en contractueel

Koop je in de Europese Unie een fysiek goed, dan is die aankoop automatisch beschermd door de wettelijke garantie, die een termijn van twee jaar heeft. Gaat het product in die periode stuk, dan kan je je tot de verkoper wenden om aanspraak te maken op een gratis reparatie of vervanging van het defecte goed. Daarbovenop kan een fabrikant of verkoper je (al dan niet tegen betaling) een extra garantie met speciale voorwaarden aanbieden. In dat geval spreken we van contractuele garantie. Zo kan een cruciaal onderdeel van een toestel (bijvoorbeeld de Blu-rayspeler van een PS3) langer gewaarborgd worden dan de twee jaar die standaard door de wet voorzien is. Geblokletterde regelingen, maar zoals zo vaak zijn de kleine lettertjes van veel groter belang. Daarin lezen we immers dat software niet onder deze garantiewetgeving valt. De redenering daarachter is dat je bij de aankoop van software eigenlijk geen fysiek goed koopt, maar een gebruikerslicentie. Inderdaad, momenteel heb je weinig tot niets aan voorgaande alinea, maar wat zal je ons dankbaar zijn als je wasmachine ooit de geest geeft.

Onheilsprofeten

Niet dat er geen pogingen zijn geweest om die wetgeving aan te passen. In mei 2009 presenteerden Eurocommissarissen Viviane Reding en Meglena Kuneva in de Europese Commissie een reeks wetsvoorstellen om het vertrouwen van de consument in de digitale wereld op te krikken. Zo opperden de politica’s ervoor om de standaard beschermingsregels ook te laten gelden voor licentieovereenkomsten. Concreet zou dat betekenen dat iedere ontwikkelaar twee jaar garantie zou moeten geven waardoor ze voor het eerst verantwoordelijk zouden zijn voor fouten in hun code. De Business Software Alliance, dat de belangen van softwarebedrijven behartigt, steigerde vrijwel onmiddellijk. De bijzondere aard van software zou het onmogelijk maken om een foutloos product te garanderen. De regeling zou vooral negatieve gevolgen voor de consument hebben. Bedrijven zouden een stuk omzichtiger tewerk moeten gaan, waardoor software duurder zou worden. En welke hobbyist zou het nog wagen om gratis software te verspreiden als elk programmeerfoutje kan uitmonden in een schadeclaim? Nee, er wacht ons enkel onheil als deze wetsvoorstellen worden goedgekeurd. De onheilsprofetieën misten hun doel niet, want tot op de dag van vandaag is er niets veranderd. “Nochtans zou zo’n garantie al bij al wel meevallen”, relativeert Prof. Dr. Patrick Van Eecke, docent IT-recht aan de Universiteit van Antwerpen. “Hoewel de juiste werking van software inderdaad afhangt van de hardware evenals omringende software, zal de garantie veelal inhouden dat de software moet werken onder normale omstandigheden. Dat wil zeggen onder de meest gebruikte besturingssystemen en zonder al te veel bugs die de software onbruikbaar zouden maken. Sporadische bugs zullen allicht aanvaard moeten worden.”

Ernst van de breuk

Die laatste uitspraak introduceert een complex probleem. Wie moet bepalen of een spel last heeft van een vijfdubbele openbeenbreuk dan wel een gebroken nageltje? En welke maatstaven moeten daarbij worden gehanteerd? “Sporadische bugs” impliceren dat er rekening gehouden moet worden met het aantal fouten. Wij tekenen echter liever voor een met bugs volgestouwde open wereld zoals Red Dead Redemption dan één rotfout waardoor je een game niet kan voltooien of je savegames opgevreten worden. De beestjes zijn overigens zo grillig dat lang niet iedereen er last van heeft. Tijdens het spelen van Fallout: New Vegas, beschouwd als een van de meest felgeplaagde titels van de laatste jaren, ervoeren veel mensen op enkele occasionele clippingfouten na bitter weinig problemen. Kan je je spel in dat geval omruilen of hebben enkel mensen die effectief problemen ondervonden dat recht? Ook al bestaat de kans dat je in de toekomst wel problemen zal ervaren? Het mag duidelijk wezen dat het erg lastig wordt om een allesomvattend wettelijk kader rond softwaregarantie te bouwen. Een onafhankelijke commissie van experten die geval per geval beoordeelt, lijkt de beste oplossing, maar dat zien we niet snel gebeuren. En zonder controle staat de deur naar misbruik wagenwijd open. Game binnen de twee jaar uitgespeeld? Klein foutje gevonden? Omruilen maar!

Doekje voor het bloeden

Je mag ook niet vergeten dat niet alle slechte games het gevolg zijn van onwelriekende praktijken. Er is geen enkele ontwikkelaar die met opzet een slecht spel op de markt brengt. Uit een analyse in het Amerikaanse magazine Game Developer blijkt dat 56% van de problemen tijdens het ontwikkelproces zich voordoet op het niveau van het management. Geen langdurige code freeze – een periode waarin geen nieuwe features meer toegevoegd worden en gefocust wordt op de bugs – resulteert vaak in een onafgewerkt product. Op dat moment staan uitgevers voor het moment van de waarheid. Ofwel pompen ze extra resources in het project ofwel brengen ze het onafgewerkt uit. De combinatie van astronomische ontwikkelkosten en de mogelijkheid van automatische updates drijft uitgevers meer en meer naar de laatste optie. Enerzijds mogen we tevreden zijn dat problemen via deze stollingsvodjes in een knip kunnen opgelost worden. Anderzijds maakt de wetenschap dat er op ieder moment gepatcht kan worden bedrijven lui. Het is toch veel gemakkelijker (lees: goedkoper) om de eindgebruiker op zoek te laten gaan naar de fouten, dan zelf de bus insecticide ter hand te nemen? Bovendien zijn deze doekjes voor het bloeden geen sluitende oplossing, want de fora van verschillende grote uitgevers puilen uit van de onbehandelde klachten. Van multiplayer die verziekt wordt door onhebbelijke lag tot freezing issues, de ravage is soms niet te overzien. De reactie van de verantwoordelijke partijen? Ijzingwekkende stilte.

Onbekend is ongehaat

Dat sommige bedrijven hier stelselmatig mee wegkomen, is misschien nog wel het meest frustrerende aan dit verhaal. De eenvoudige verklaring daarvoor wordt ons aangereikt door Jesse Divnich, analist bij Electronic Entertainment Design and Research. Hij vertelt dat de meeste mainstream gamers geen flauw idee hebben van welke ontwikkelaar er achter een bepaalde titel schuilgaat. FIFA wordt gemaakt door EA Sports en Halo door Bungie, maar daar houdt hun parate kennis van ontwikkelstudio’s meestal op. Klinkende namen als Naughty Dog en Media Molecule mogen dan wel puur Chinees zijn, titels als Uncharted en LittleBigPlanet kent de massa maar al te goed. Als hun favoriete serie dan ook teleurstelt, zal de impact duidelijk voelbaar zijn. Divnich: “Er is een vuistregel die stelt dat als de eerste titel van een franchise met lof werd overladen, maar de opvolger de verwachtingen niet weet in te lossen, je ongeveer evenveel exemplaren zal verkopen. Slaat dezelfde serie twee keer op rij de bal mis, dan zal de verkoop snel in elkaar stuiken.” Het verlies van die inkomsten weegt helaas niet op tegen de kostenbesparing door problemen pas na release aan te pakken. Zolang de ontwikkelbudgetten blijven toenemen, is dit dan ook een probleem dat niet snel zal verdwijnen. Het voorstel van Kuneva en Reding was misschien niet op alle vlakken even secuur, maar het was in ieder geval een stap in de goede richting. Nu moeten we spijtig genoeg besluiten dat de eerste hulp bij games vooralsnog enkel bestaat uit goede informatie. Wij doen ons best om je voor dit soort titels te waarschuwen, daarna ben jij aan de beurt. Want als er geen remedie bestaat, geldt nog meer dan ooit: voorkomen is beter dan genezen.



Vorige
Review - The Cave
Volgende
Review - Guacamelee!